Wonderlands, de nieuwe telg van ontwikkelaar Gearbox, is een spin-off welke zijn oorsprong vindt in het Borderlands universum. Als doorgewinterde Borderlands fan zat ik stiekem al maanden naar deze game uit te kijken. Tiny Tina, één van de meest opvallende characters uit de Borderlands franchise heeft na haar knotsgekke in-game bordspel, Bunkers & Badasses die als DLC verscheen voor Borderlands 2, nu haar eigen volledige game gekregen gebaseerd op het welbekende Dungeons & Dragons. Weet Gearbox ons volledig te verrassen met Wonderlands of slaan ze volledig de spreekwoordelijke plank mis?
Storytime…
Tiny Tina is een beetje raar, maar op een goede manier. Samen met twee gestrande ruimtereizigers wordt je aan tafel gezet om samen met Tiny Tina als Dungeon Master deel te nemen aan haar geflipte zelf verzonnen bordspel Bunkers & Badasses. Tina kennende verzint ze de meest random shit en zo leren we dat de Dragon Lord weer tot leven is gewekt en wraak wil nemen op koningin Butt Stallion (een regenboog eenhoorn) En raad eens wie de uitverkorenen is om dit te voorkomen? Precies, wij!
Customlands
Op een echte Borderlands-humor manier maken we kennis met onze ‘Fatemaker’. Een totaal grijs poppetje wordt ons voorgeschoteld en deze ‘Newbie’ kunnen we volledig customizen. Dat betekend dus dat we voor het eerst in een Borderlands game zelf kunnen kiezen hoe onze character van top tot teen eruit komt te zien. Ik ging voor een soort van “Geralt of Rivia”-look voor mijn character. Overigens kun je een heleboel customization items vrijspelen en je uiterlijk aanpassen bij bepaalde punten in de game. Nu weten we natuurlijk dat het niet om het uiterlijk, maar om het innerlijk gaat (van een schoon bord kun je niet eten) en dus kunnen we ook kiezen wat voor persoonlijkheid onze character heeft. Elke persoonlijkheid heeft zijn plus en minpunten maar erg veel effect op de gameplay heeft het niet, op wat perk bonussen na zoals bijvoorbeeld extra strenght of health.
Keuzestress
Een RPG zou geen RPG zijn zonder de keuze om een bepaalde class te kiezen. Waar je bij de meeste Borderlands games keuze had tussen 4 bestaande characters met elk hun eigen skills kun je nu kiezen uit 6 verschillende classes met daarbij horende special moves en perks. Ik koos voor de Spore Warden, een soort bowman met een gemuteerde paddenstoel als huisdier. Later in de game kun je zelfs nog een tweede class kiezen voor je character, maar daarover later meer.
Same old Same old
Gameplaywise is er eigenlijk vrij weinig veranderd. Het ziet er uit als Borderlands, het klinkt als Borderlands en het speelt hetzelfde als Borderlands. Toch zijn er wel wat frisse elementen aan de game toegevoegd. Zo heb je nu toverspreuken (spells) in plaats van granaten, een melee weapon die ook je andere stats kan boosten en equipment slots voor ringen en pendants. Ook zijn de wapens in de game weer erg origineel en leuk om te gebruiken. En dat ’tchinggg’ geluid als er weer eens legendary loot uit een enemy dropt, heer-lijk. De vijanden zijn redelijk origineel maar de combat is dusdanig hetzelfde als in andere Borderlands games. Dat betekend dat je (afhankelijk van je class) vooral bezig bent met het spammen van je wapens en je special attack om je zo een weg te banen door alle vijanden. Dat is vermakelijk en bevredigend maar na een tijdje heb je dezelfde aanvallen wel gezien. Ik hoopte dat met dual-class daar verandering in zou komen doordat je bijvoorbeeld special attacks kon combineren. Helaas is dit niet het geval en kun je gewoon uit één van de 4 speciale aanvallen van je classes kiezen. Dit was wel een puntje waarvan ik dacht: hier hadden ze zo veel meer mee kunnen doen.
Frisse wind
Is deze game dan echt hetzelfde als Borderlands? Ja en nee… Gameplaywise zeg ik ja, maar hoe de game is opgebouwd juist nee. Je speelt namelijk nog steeds een ‘bordspel’ en als je dat in je achterhoofd houd tijdens het spelen is het eigenlijk gewoon geniaal hoe de game is opgebouwd. Je speelt van level naar level om zo verder te komen in Tina haar verhaal. Waar de andere Borderlands games zich vooral afspeelde in een open-wereld, voelt Wonderlands een stuk meer linear aan. Normaal gesproken vind ik dat dus helemaal kut, maar om een of andere manier werkt het bij Wonderlands wel. Ook hebben ze de ‘Overworld’ toegevoegd. Dat is een wereld waarin jij met een pion van je character kunt rondlopen over het spelbord. Zo beweeg je je voort van dungeon naar dungeon en kun je steden en dorpjes bezoeken. Ook zijn er verschillende items en quests te vinden in deze overworld en kun je te maken krijgen met random encounters. Deze random encounters zijn vijanden die je tegen komt als je door het hoge gras loopt (Pokémon?!) en teleporteren je naar een arena waarin je dan hordes van deze enemy moet verslaan. Met uiteraard een reward in de vorm van loot aan het eind.
Multiplayer
Twee is altijd beter dan één lijkt de vuistregel te zijn voor elke game in de Borderlands franchise en dat is ook wederom het geval bij Wonderlands. De quests en het doorlopen van de dungeons zijn vele malen leuker met twee of meer spelers. De multiplayer werkt vlekkeloos en ook bij Wonderlands heb je de keus om op Cooperation of Coopetition te spelen. Waar je in Cooperation je eigen loot vind en de levels van de vijanden naar een gemiddelde worden gescaled, is Coopetition eigenlijk meer van: “fuck alles en iedereen zolang ik maar goeie loot heb” waarbij iedereen de gedropte loot met elkaar moet delen (ik krijg instant flashbacks naar de invincibles in Borderlands 2).
Conclusie
Wonderlands is een geslaagde game maar doet te weinig nieuws. Ze hadden, zeker met Tiny Tina in de hoofdrol zo veel meer mogen expirimenteren met wapens, level design, skills, characters en meer. Ze hebben wat mij betreft iets te veel binnen de Borderlands lijntjes gekleurd en dat is jammer want de franchise verdiend het om naar een hoger niveau getild te worden. De humor en gameplay is als vanouds en ik heb me zeker vermaakt met de game, maar een hele diepe indruk heeft het niet achter gelaten.