Als een complete nieuweling tot deze serie mocht ik eens lekker gaan brawlen met de jonge opa’s Dante en Nero in Devil May Cry. Niet alleen hun witte haar maakt ze opa’s, maar het feit dat de game uit 2008 stamt telt ook hevig mee. Omdat DMC met deeltje 4 pas voor het eerst op de Xbox 360 verscheen, ben ik er nooit aan begonnen. Ik ben zo’n rare die dan alles vanaf 1 wilt spelen. Gelukkig heb ik er bij een goede vriend van me back in the day genoeg van meegekregen op de Playstation, en het zag er stiekem toch wel interessant uit. En met dank aan Capcom krijgen we dit jaar alsnog de kans om met deze Special Edition de duistere, wondere wereld van Devil May Cry te ontdekken.
Die-demoon-is-nie-mijn-homie-en-die-ook-nie
Je start de game als Nero, de jonge, witharige badass. Je bent je duidelijk hard aan het vervelen in een kerk (ik ken de struggle) terwijl je aan het luisteren bent naar His Holiness, oftewel de Paus van deze wereld. Totdat daar ineens Dante, het hoofdkarakter van de vorige delen, binnen komt vallen om de oude knakker van een point-blank range headshot te voorzien. En even snel als dat hij daar is, is hij ook weer verdwenen. Veteranen van de game zullen de eerste keer hoogstwaarschijnlijk te maken hebben gehad met een hoge WTF-factor; voor mij was het gewoon een epische opener.
Natuurlijk begrijp je dat vanaf daar de schijt de ventilator raakt, en jij alle uithoeken van de duistere wereld mag af gaan zoeken naar de anti-held Dante. Je komt in de meest benarde, penibele situaties terecht met (enorme) demonen en andere soorten vreemde vogels. En als we het dan toch over de spelwereld hebben, ik was behoorlijk onder de indruk van de diversiteit aan gebieden.
Jungles, sneeuwgebieden, steden, kastelen van monsterlijke proporties; alles wat je wel (of niet) zou kunnen bedenken komt wel aan bod. Er zijn ook minstens twee keer zoveel verschillende vijanden als dat er gebieden zijn, erg indrukwekkend Capcom! En ik maar denken dat het eentonig zou worden. Zo zie je maar weer dat vooroordelen over een game kunnen leiden tot aangename verrassingen.
De game draait op 1080p met een soepele 60fps, en dat levert soms hele mooie beelden op. Vooral de eerste keer dat je het kasteel benadert is een erg indrukwekkend gezicht. De cutscenes houden je echt gekluisterd aan de game, en zijn een genot om naar te kijken. De characters zijn rijk aan detail en er wordt flink wat afgeknokt, en dat is de reden waarom we de game spelen natuurlijk.
Handjes laten wapperen 4 dummies
Het vechtsysteem in de game vergt wat tijd om onder de knie te krijgen, maar als dat eenmaal zo ver is kent het een ongelofelijke diepgang, zeker voor zijn tijd gezien. Je kan aan de slag met drie verschillende wapens: een pistool, een flink zwaard en natuurlijk je demonenarm. Jup… Een f*cking demonenarm.
Je wisselt op de grond of mid-air met het grootste gemak tussen al je wapens voor de dikste combo’s, en dat ziet er een partijtje stijlvol uit! Wat ik al eerder zei, er zijn zoveel verschillende demonen om uit te schakelen, en allemaal hebben ze een eigen aanvalspatroon dat doorbroken kan worden. Het is mogelijk om ze te verslaan met buttonbashen, maar je kan ze efficiënter uitschakelen als je die sukkels doorkrijgt. Het houdt je misschien ook wat vaker in leven. En ben je nou een echte gamer ofwa?!?
Kont-test met jezelf
In alle levels, of ‘ missions’ zoals ze het in DMC noemen, kan je een ranking verdienen, en die luiden als volgt: D voor de slechtste prestatie, opgevolgd door C, B, A, S, SS en SSS (haha, he said ASSSSSS). Op die basis wordt je uiteindelijke ranking weer verdeeld onder vier categorieën: hoeveel items je gebruikt hebt, hoeveel rode orbs je verzameld hebt, je style-points en hoe lang je over een missie doet.
Zoals je al begrijpt zou dit de replayability van de game moeten verhogen, en dat zal voornamelijk de veteranen aanspreken. Het is niet makkelijk om een hoge ranking te halen, zeker in het begin niet. Het is ook niet echt mijn ding, ik wil vooral gewoon lekker knokken. Weetjewel, demonen-aars vullen met de stalen neus van mijn schoen enzo. Al moet ik wel zeggen dat als je een beetje uitdaging wilt en net zo wilt spelen als ik, je de moeilijkheidsgraad niet op ‘Human’ moet zetten. Tip voor de doorgewinterde gamers!
Capcom heeft zeker gedacht aan de echte DMC-veteranenclub door er nog een nieuwe difficulty (Legendary Dark Knight) bovenop te flikkeren en een Turbo-modus toe te voegen. Deze laatste voert het tempo van de game lichtelijk op, waardoor de uitdaging nóg groter wordt. Devil May Cry, eat your heart out! (Let wel dat je de Turbo mode pas unlockt als je de game een keer hebt uitgespeeld.)
Nero de Zielenknijper
Aan het eind van elke mission krijg je Proud Souls, die je kan investeren in nieuwe vaardigheden om Nero te upgraden, en later in de game zelfs Dante mee kan voorzien. Erg fijn is dat je je gespendeerde Souls weer helemaal kan resetten, waardoor je je speelstijl on-the-fly kan veranderen. Dit was in de vorige delen niet het geval, en dit soort subtiele veranderingen werken als een tiet. Good move Capcom!
Wat ook niet oninteressant is om te melden, is dat je tijdens de missions ook red orbs verzamelt waar je weer items mee kan kopen. Vrij rechttoe, rechtaan hetzelfde systeem als in de meeste games. Verzamelen, winkelen, spenden is het motto.
Iets té oldskool
Met in gedachten dat DMC4 een remake is, moet ik wel eerlijk zeggen dat ik hier en daar goed gefrustreerd ben geraakt door het camerawerk in de game. Zo zijn bijvoorbeeld sommige camerastandpunten fixed, en dan is hij ineens weer vrij te bewegen om je character heen. Dat zorgt voor verwarring, waardoor je soms tussen twee punten in blijft lopen als een half tamme dronkelap die niet meer weet wat voor en achter is. Noem het de oldskool charme van de game; ik noem het gewoon bloedirritant.
Wat ook een veel voorkomend fenomeen in deze game is, is het ‘backtracken’ zoals het ook wel genoemd word. Dat houdt in dat je in veel missies eigenlijk in hetzelfde speelgebied speelt, maar alleen een andere kant op moet. Noem het een soort semi-open wereld, waarin met elke missie steeds meer gebieden worden geopend. Vaak gaan deze missies gepaard met een puzzel om dit nieuwe gebied vrij te spelen, maar helaas zijn deze puzzels weinig inventief en vooral onduidelijk.
Ik heb persoonlijk ook ondervonden dat ik soms echt geen flauw idee had waar de fuck ik eigenlijk heen moest, waardoor ik onnodig veel rondjes heb gelopen en zelfs uit frustratie de game even aan de kant heb gelegd. Hoe vaak ik ook op de map keek, niks mocht baten. Dit is natuurlijk niet echt de game te verwijten, wederom omdat het een remaster is en het toen nou eenmaal zo was. Al was een markertje hier en/of daar toch wel leuk geweest… Stiekem dan.
Magisch trio werkt betoverend
De grootste toevoeging die Capcom aan de game heeft gegeven, is het feit dat je uit de voeten kan met maar liefst drie extra characters! In contrast met hoe flinterdun ze in het verhaal zijn verweven is het erg vermakelijk om met ze te spelen.
De eerste twee van het trio zijn twee feisty dames genaamd Trish en Lady. Lady is een klein meisje met een voorliefde voor grote apparaten… Nee nee viezerik, we hebben het hier over een rocket launcher, shotgun en pistol! Je begrijpt dat ze zowel van dichtbij als ver af flink wat schade aan kan richten, en daarom durf ik misschien zelfs wel te zeggen dat ze lichtelijk overpowered aanvoelt. Maar dat maakt het niet minder leuk om chaos en destructie met haar te bewerkstelligen natuurlijk!
Trish is de wat minder lompe versie van haar wederhelft, en kan met veel souplesse schade aanrichten op mid- en short range. Zij draagt haar twee pistols met zich mee evenals een zwaard, en is in staat om energieballen af te vuren op haar vijanden. Maar goed… ze hebben alletwee sowieso flinke jetsers, dus geen reden om niet met ze te spelen lijkt me.
De laatste, en qua vechtstijl misschien wel meest interessante vechter, is Vergil. Hij vergt de meeste moeite om onder de knie te krijgen, maar met hem kan je echt flinke schade aanrichten. Time je counterattacks, duik op tijd weg en deel massieve schade uit. Hij heeft geen jetsers, maar dat mag de pret niet drukken.
Wat ik nog wel moet melden over deze fantastische toevoeging: Het grootste gedeelte van de cutscenes van het hoofdverhaal vervallen wel als je met deze characters speelt, dus mocht je daar benieuwd naar zijn kan je het spel het beste eerst uitspelen met Nero en Dante.
Conclusie
Ondanks de kleine tekortkomingen in de game is het nog steeds een fantastische game die prima verjaart. Qua gevechtssysteem zit het helemaal snor, en de toevoeging van de drie vechtersbazen is een dealmaker te noemen voor de veteranen binnen de serie. Laat je niet weerhouden door het af en toe wat wacky camerawerk en de klotepuzzels; als je van een goede hack ’n slash game houdt zit je goed bij Devil May Cry 4: Special Edition. Laten we ook niet vergeten te melden dat de game ook nog eens voor een leuk prijsje op de kop te tikken is!