In deze retro ga ik het hebben over mijn eerste echte gameliefdes, vooral de NES, maar ook de Gameboy. Natuurlijk heb ik wel eens kortstondig wat gehad met andere consoles, zoals de Atari of andere gameboy-achtige apparaten, maar nooit zoals ik met de Nintendo Entertainment System of Gameboy heb gehad. We konden elkaar alles vertellen, deelden de vreugde (de overwinningen) en het leed (alle keren game over, en passwords die ik verkeerd had overgeschreven). Als kleuter speelde ik graag met blokken op school, maar de NES was toch mijn favoriete blokkendoos en de Gameboy mijn lievelingsblok. Als daar huizen van werden gebouwd, zouden ze eeuwig meegaan.
Ondertussen zijn we allemaal opgegroeid: ik ben eind 20, de Gameboy en de NES ongeveer begin 30. Vooral de eerste keer met de NES kon ik me nog goed herinneren: ze schitterde in het grijs, zwarte design met rode accenten, 8 bit CPU: 6502 NMON (1,77 MHz), 2KB RAM, 52 kleuren (waarvan 24 tegelijk), 64 sprites, Spritegrootte: 8×16 pixels, Resolutie: 256×240 pixels, Geluid: PSG-audio. Ik denk dat veel gamers van ongeveer 25 hun avonturen op de NES nog wel kunnen herinneren, hun eerste stapjes in de wereld van games. Deze retro staat helemaal in het teken van mijn game-ervaringen als een kind, de NES en Pokemon op de Gameboy.
Terug in de tijd
Ik neem jullie mee naar een tijd dat het altijd zonnig leekt te zijn buiten, waarbij je grootste zorg was wat je die avond zou eten en hoe je hoopte dat het geen spruitjes waren. Het was vanaf een jaar of 4 tot 8 dat ik en de NES zijn hoogtijdagen beleefde. Voor m’n gevoel heeft die tijd bijna eeuwig geduurd, zoveel dagen, avonden was ik buiten. Nu gaan die 4 jaar voorbij en heb ik het gevoel dat ik nog amper wat voor elkaar had gekregen, zoveel games moeten er nog uitgespeeld worden, films moeten nog worden bekeken en zo vaak moet ik nog afspreken met vrienden die ik al lang niet heb gezien.
Als ik denk aan vroeger, dan denk ik aan buiten zijn. Op een of andere manier leek het ook altijd mooi weer te zijn. Toch weet ik ook dat ik veel gegamed heb, al weet ik niet waar ik die tijd toen vandaan haalde. Met een groepje vrienden hadden we allemaal een NES (en later ook een SNES) en als je allemaal gamet, dan heb je samen ook veel games om te spelen. Zo is Mega Man 9 (van al bijna 10 jaar terug) de eerste Mega Man game geweest die ik ook zelf in bezit had – ook al had ik deel 2 ook vaak gespeeld toen ik klein was – en daarmee een liefde voor die serie ontwikkeld. Vandaag duik ik terug in een aantal van de games en herinneringen uit die tijd: met games als: Super Mario Bros 1 en 3, Kirby’s Adventure, Ghost & Goblins en misschien wat minder populaire games als Power Blade, R.C. Pro AM en Nintendo World Cup of op Gameboy: Pokemon.
Wie is er niet groot mee geworden?
Hoe kan het ook anders dan dat het eerste spel wat ik mocht ervaren Super Mario Bros was. Koopa’s ontwijken en dan toch weer af gaan door zo’n piranhaflower. De wereld zat verstopt met gevaren, gaten en vijanden en het leek wel alsof mijn 5 jarige ik er een soort aantrekkingskracht voor had. Het was dan ook een hele prestatie om het eerste level door te komen, en raad maar dat kleine ik ook een driftbui had als ik na het afgaan in level 2 (underground) het “game over” scherm zag en het melodietje hoorde. Een doorgewinterde gamer draait er zijn hand niet voor om, maar als klein jochie was dat toch al verdomd lastig.
Ik sla nu voor het gemak even Super Mario Bros 2 over (dat was eigenlijk toch een andere game in een Mario jasje) en ga gelijk door naar Super Mario Bros 3. Een game die de Marioreeks op de kaart zette door de multiplayer functie. Het werkte beter dan in het eerste deel. Je had een map met daarin levels, minigames en geheimen en het geeft ook een extra boost om voor te lopen op je vriend. Daarnaast versterkte de multiplayer minigame die rivaliteit ook. Je wou gewoon samen dit avontuur doorlopen, kijken hoever je samen kwam en dat maakte het ook een plezier om te tijdenlang doen, zakje snoep bij de hand en samen op jacht naar wereld acht. Iets wat we in die tijd eigenlijk nooit haalden.
Waar Mario het platformen voor mij op de kaart heeft gezet, was er stiekem een game die er in mijn jeugd bovenuit stak. Een game die alles had was ik van een game wou: aanstekelijke muziek, een geweldig design met kleurrijke werelden, uitdaging en een hele hoop te ontdekken. Dan heb ik het over Kirby’s Adventure! Uiteindelijk was het me in die tijd gelukt om het spel volledig uit te spelen, alle geheimen te ontdekken en dat allemaal zonder hulp van het internet. Het was ergens ook een triest moment, wetende dat er in het spel waarvan je zoveel uren hebt genoten niets nieuws meer te ontdekken was. Het is soms het zware leven van een gamer. En gelukkig waren en genoeg spellen in die tijd, dus geen tijd om daarbij stil te blijven staan.
Mega Rockin’ Power Buster Blade Cats
Na zelfvertrouwen te hebben opgedaan in gamen dankzij Super Mario Bros, was het tijd voor Mega Man, een spelreeks die erom bekend staat dan een groot del van het succes ligt aan kennis over de game, de vijanden en weten welke levels welke obstakels bevatten, zodat je de juiste weg door de game kon nemen en op de juiste moment gedeelte kan skippen met de rush jet. Bij Mega Man 2 werd slechts een aantal keren de Wily stages gehaald, voornamelijk omdat de Quick Man stage vereiste dat je best wel perfect platformde om niet door de lasers gedood te worden. In die tijd was het bereiken van de Wily stages een doel op zich.
Een minder bekende game die veel gelijkenissen toonde met Mega Man, was Power Blade. Dit was mijn game, aangezien ik geen Mega Man game had en ik Power Blade 1 fantastisch vond heb ik die game ook flink gespeeld. In die game schiet je niet met een megabuster maar gooi je boemerangs en verzamelde je er upgrades voor. De levels waren non-lineair, waardoor je soms moest zoeken of meerdere wegen had om tot het eind te komen. Langzaamaan maakte ik mij de levels eigen, een voor een leerde je de route kennen en leerde je het gevaar te ontwijken en de bossfights te overleven, tot ik het spel uiteindelijk kon uitspelen en het toch naar meer bleef smaken.
Rockin’ Cats was een ander platform/action game dat ik veelvuldig heb gespeeld. Wat het spel interessant maakt is dat je vrij kon kiezen uit 4 levels en de levels ook steeds moeilijker werden, ongeacht in welke volgorde je ze koos. Het waren dit soort details en het soort gameplay waar ik op dit moment nog steeds van houd. Uitdagende platform/actie games die vaker dan een keer interessant blijven om uit te spelen.
Je kunt doodvallen
Een game die me als kind intrigeerde was Ghost & Goblins. Niet vaak gespeeld omdat het zo moeilijk was als kind, maar toch veel herinneringen aan. In uitzonderlijke gevallen haalde ik het derde level, maar level 2 zal denk ik altijd een soort trauma bij mij blijven. Nieuwsgierig als ik was, wilde ik best meer van het spel zien, maar bleef altijd steken bij een soort toren met goblins erin met lage plafonds waardoor je ook springend niet veel kon ontwijken. Mocht je het die ene keer wel halen (je kon maximaal maar 2 keer geraakt worden), dan had je nog een lastig platformstuk waar je dood in een ravijn kon vallen. Over doodvallen gesproken: Nintendo World Cup, ook een spel dat ik vaak heb gespeeld. Een voetbalspel waar tackles en overtredingen werden gewaardeerd en waarbij je werd beloond met een tegenstander die dood op het veld lag. Nouja, in ieder geval op apegapen totdat er eindelijk werd gescored (zie rond minuut 5.55 onderstaande filmpje). De aanstekelijke muziek in combinatie met een uitdagende singleplayer en de mogelijkheid tot fun samen met een vriend waarbij je ook op ijs of een rotsachtige ondergrond kon voetballen zorgde voor veel vermaak. Daarnaast was het neertrappen van je tegenstander of het zien van de verschillende supershots erg grappig om te zien als een kind.
Een ander bizar sportspel op de NES was R.C. Pro AM. Hierbij moest je met radiografische autootjes een parcours afleggen en tussendoor had je hindernissen zoals water- of olieplassen, muurtjes die omhoog kwamen om tegen aan te knallen en je kon elkaar bekogelen met raketten of bommen. Er waren een aantal track designs en daarop werden de hindernissen aangepast en de computer werd moeilijker te verslaan. Ik was altijd benieuwd of er een einde was aan de game of dat het oneindig doorging. Ik denk dat ik het antwoord nooit zal weten maar vermaakt heeft die game me zeker.
Jager Verzamelaar
Weet je wat het is met kinderrages, ik denk misschien wel dat we als verzamelaar geboren worden. Vanuit de oertijd heeft de mens een jagers- en verzamelaarsinstinct meegekregen. Omdat de tijden nu anders zijn merk je gaandeweg in het leven dat het verzamelen vaak niet nodig is. Toch als kind zijn de meest bekende rages groot geworden door het verzamelaspect en het ruilen met andere kinderen. Ik denk dat dit een belangrijk aspect is waarom Pokemon zo groot geworden is en misschien wel tijdloos is. Op mijn huidige leeftijd durf ik nog te beamen dat het verzamelen voor mij erg belangrijk is. Ik wil ruimschoots beloond worden met stickers, achievements, outfits of zelfs maar een embleempje.
Het is ondertussen bijna 20 jaar geleden dat ik Pokemon Red in mijn kinderhart sloot. Het spel en sommige sprites waren best lelijk, ik kon sommige Pokemon niet eens herkennen, maar het verzamelen gaf zo’n genot. Het er langzaamaan achter komen welk team bij jou past en wat de sterke en zwakkere Pokemons waren was ook heerlijk. Vervolgens iedere dag op het schoolplein bekijken wat de nieuwe aanwinsten waren van je vrienden en ruilen. Dat was een vast ritueel, want een kind had dan een ruilkabel bij zich (want zo ging dat toen nog) en die ruilkabel werd gebruikt voor iedere trade die pauze en daar waren we allemaal blij mee.
Het ruilen was noodzakelijk om de serie compleet te krijgen: ruilen voor de exclusieve Pokemon rood of blauw monstertjes of de 4 die alleen via ruil konden evalueren (Alakazam, Gengar, Machamp en Golem). Het was uiteindelijk gelukt om leraren over de rooie te krijgen door alle gameboys in de klas en het aantal pokemonkaarten dat geruild werd. Wat was dat eigenlijk een mooie tijd, en dan ben ik nog niet eens bij generatie 2 aangekomen: Goud en Zilver.
Tot slot
Vroeger was alles beter, niet alleen het weer, buitenspelen, maar ook het gamen. Nouja, beter? Als je de graphics, dolby-surround muziek, 3D-effecten, toekomstige ontwikkelingen rondom virtual reality en al dat soort vooruitgang aan de kant zet, was vroeger alles beter.