Toen vorig jaar de Nintendo Switch werd gelanceerd, was het enigszins voor de hand liggend dat bepaalde studio’s verrast waren door de enorme populariteit. Zozeer zelfs dat ontwikkelaars, zoals Game Freak, zich realiseerden dat ze snel aan de gang moesten met een titel voor de hybride handheld. Zodoende is het idee achter Pokémon: Let’s Go geboren; een frisse RPG in klassieke stijl die te spelen is met een gloednieuwe controller!
Voor degenen die Pokémon hebben gespeeld tijdens de Game Boy-dagen, zal de aanpak in Let’s Go heel bekend zijn. Dat komt omdat Pokémon: Let’s Go is gebaseerd op het originele Pokémon Yellow met een aardig aantal invloeden van de mobiele game Pokémon GO.
Yeah! Let’s Go!
Zoals met veel Pokémon-titels heeft Let’s Go twee afzonderlijke releases. Hier heten ze Pokémon: Let’s Go, Pikachu! en Eevee! Nintendo heeft die laatste voor ons beschikbaar gesteld en ik weet niet helemaal precies wat de verschillen zijn tussen beide. Als ik de games uit het verleden als een indicatie moet nemen, zullen alleen hardcore fans waarde vinden in het bezitten van beide titels. Hoe dan ook, Pokémon: Let’s Go is in wezen een RPG met een bekende formule, waar fans van het eerste uur zich zeker thuis in gaan voelen. Je reist tussen diverse steden en dungeons in de welbekende spelwereld genaamd Kanto, waar je een shitload aan badges moet zien te verdienen door de beste trainers in het land te verslaan. Naarmate je vordert, verzamel je een grote verzameling Pokémon en kun je ze verhogen in level en zorg je ervoor dat ze nieuwe skills opdoen door ze te evolueren.
Zoek de verschillen
Het belangrijkste en grootste verschil is dat terwijl je tegen willekeurige Pokémon-trainers kan vechten, die verspreid te vinden zijn in Kanto, je niet tegen wilde Pokémon kunt vechten. Verder zijn de random encounters verdwenen, maar in plaats daarvan lopen de Pokémon vrij rond en kun je zelf kiezen of je ze wilt vangen. Het avontuur wat je beleeft tussen de diverse locaties waarin je reist is ook een boeiende taak. Dit komt voornamelijk omdat je constant nieuwe items vindt en tegen een diversiteit aan Pokémon mag vechten. Overal in de wereld van Kanto is wel iets te vinden of te beleven, en dat zorgt voor een heerlijk gevoel tijdens het spelen van deze Pokémon-game.
Hoewel het vangen van Pokémon systeem uit Pokémon GO lijkt te komen en dus niet erg traditioneel is in vergelijking met de oudere, blijft de rest de gameplay uit Pokémon: Let’s Go aardig traditioneel aanvoelen. In dat geval sta je nog steeds tegenover Pokémon-trainers en vecht je in Pokémon-Gyms, waarbij de laatste meer eruit ziet en aanvoelt als de anime. Ook maakt Team Rocket zijn opwachting en dat betekent, dat als je bent opgegroeid met Pokémon in de jaren ‘90, je jezelf klaar mag maken voor een serieuze nostalgietrip.
Let’s Go is geen eenvoudige Pokémon- game. In de eerste instantie zou je wellicht denken dat dit een downgraded versie van Pokémon zou zijn om nieuwkomers te verwelkomen in de serie. Dit is ver van de waarheid, want de game kan nogal pittig zijn op aardig wat momenten.
Pittig, maar niet diepgaand
Toegegeven, de opzet om Pokémon te vangen is een stuk makkelijker geworden, ook door het ontbreken van de random encounters, maar de Pokémon-trainers en gym-gevechten kunnen soms echt pittig zijn. In die zin voelt dit als een ontzettend goede remaster van Pokémon Yellow en Let’s Go is ook daarom ook een enorm leuke game als je er eenmaal mee begonnen bent. Toch zullen diehard fans wel lichtelijk teleurgesteld worden, want als je alle nieuwe innovatieve zaken en de soms pittige encounters wegdenkt blijft er een eenvoudig spelletje over die niet al te diepgaand is.
Pokémon: Let’s Go biedt een aantal verschillende controlemethoden: Zo kun je een enkele Joy-Con gebruiken met motioncontrol, kun je de game in handheld mode spelen, of je gebruikt de speciale Poké Ball Plus die voor de game ontwikkeld is. Ongeacht op welke manier je de game speelt, de bedieningselementen zijn super intuïtief en reageren snel. Het zijn de nieuwe controller-opties zoals deze die het vangen van Pokémon tot een dankbare en bevredigende taak maken. De klassieke gameplay en leuke nieuwe besturingsmethoden zorgen dat de game van begin tot eind een uiterst plezierig avontuur is.
Spelen met ballen
Met de komst van Pokémon: Let’s Go krijgen we dus ook een nieuwe controller: De Poké Ball Plus. Deze hebben wij bij ons reviewexemplaar niet meegekregen, maar gelukkig hebben wij de contacten om dit soort zaken toch te testen. De Poké Ball Plus heeft een eenvoudige opzet met alleen een analoge joystick welke ook dienst doet als de A-knop en deze kent ook een aparte B-knop. Deze instelling van de A-knop op de Poké Ball Plus-controller kan een beetje vreemd aanvoelen, vooral als je een keuze wilt maken uit verschillende opties. Als je een aan het pielen bent met de stick kun je zomaar perongeluk op de stick drukken. Hierdoor kan het zomaar eens voor komen dat je iets verkeerds selecteert terwijl dit totaal niet de bedoeling was. Daarnaast voelt de Poké Ball Plus controller, door de beperkte hoeveelheid aan knoppen vaak aan als een halve controller. Maar ondanks de mindere kanten van dit balletje is het bewegingsgevoelige aspect echter ongelooflijk goed uitgewerkt. Hierdoor voelt het gooien van Poké Balls best prettig eigenlijk. Om nu te zeggen dat het de moeite waard is om het uitgebreide Pokémon: Let’s Go-pakket aan te schaffen met de nieuwe controller, moet ik nee zeggen. De Joy-Cons en de handheld mode voelen naar mijn mening toch beter aan, en je hebt gewoon veel meer knoppen tot je beschikking wat ook nog eens beter werkt in deze game.
Squirting Squirtel
Ik moet zeggen dat Pokémon: Let’s Go er heel mooi uit ziet (hoewel ik niet de neiging heb om echt opgewonden te raken, als een squirtende Squirtel, van de grafische tovenarij in deze game) en ben ik dol op de schone en eenvoudige kunststijl die hier wordt gebruikt. Het hele stijltje helpt de anime-kant van de Pokémon- serie op een nieuwe en frisse manier tot leven te brengen. De muziek zit ook goed in elkaar en over het algemeen kan ik stellen dat deze game een stevige productiewaarde heeft. Het totaalplaatje helpt Pokémon: Let’s Go in ieder geval enorm, de game is af en dat merk je aan alle kanten.
Conclusie
Pokemon: Let’s Go biedt een nieuw en opwindend avontuur, terwijl de Poke Ball Plus-controller een coole gimmick is die misschien niet het nodige toevoegt aan de ervaring. Als je fan van de franchise bent of gewoon een beetje zin hebt in een leuk, schattig en kleurrijk avontuur dan zit je met Pokémon: Let’s Go Eevee! Ontzettend goed!