Ken je dat? Dat je er ineens the hard way achterkomt dat je best wel een ‘saaie’ gamer bent? Alleen maar mensen tussen hun ogen schieten is waar ik eigenlijk de laatste tijd mee bezig was. Het kwam daarom als een verademing toen ik te horen kreeg van the Big Boss a.k.a ‘The Rowdynator’ dat ik aan de slag mocht met Onrush. Een soort van racegame, maar dan geen racegame. En hey, zolang de bandenspanning, wegligging of de dubbele pijp onder mijn bolide niet een prominente rol spelen (want daar snap ik dus geen flying fuck van) in het spelletje wil ik best nog wel eens een uitstap naar een racertje maken. En laat Onrush eens even heel het genre op de schop gooien. Dus fasten your seatbelts, want het gaat keihard en het is as arcadey as it can get.
Die goeie ouwe, onbegrensde dagen
Ik kan me nog goed herinneren dat ik op mijn gouwe ouwe PSX1 (ja David, je bent ancient) in de ban was van de racegame Rollcage Stage 2. Oh man, wat een toptitel was dat. Op de maan een beetje retesnel over de kop door een tunnel scheuren, raketten en lasers op anderen hun donder afvuren, teleporten.. ik kon mijn lol niet op. Vooral te midden van de chaos, als iedereen als door leeuwen opgejaagde antilopes in een wilde stampede langs en over elkaar heen vlogen was de game op zijn best. Maar ja, als je een beetje goede run had en ver op kop reed, werd het een beetje ‘lonely at the top’, zoals ze dat mooi zeggen. Ik denk dat ontwikkelaar Codemasters dat zelf ook vond, want die hebben een geniale manier gevonden om een racing-game wat dynamischer te maken.
In Onrush is het namelijk niet belangrijk of je op de eerste of laatste plaats rijd om te winnen. De grote punten scoor je door je in het midden van de stormende menigte te begeven, want dat is waar de punten te verdienen zijn. Alle gamemodes zijn daar ook helemaal op afgestemd, en het werkt eigenlijk bijzonder goed. De één is misschien wat minder spannend als de ander, maar daar kijk je easy doorheen want er is spektakel genoeg te beleven.
Vlam in de pijp KUT!
Ten eerste wil ik aankaarten dat het racen in Onrush fantastisch aanvoelt. Daarnaast heb je ook echt het gevoel dat je echt, maar dan ook echt te-ring hard gaat. Maar iets wat echt nooit oud word, is iemand zijn wagen in een pannenkoek te veranderen door hem in de vangrail of tegen een bergwand aan te drukken. Ik zit er nu al een dikke anderhalve week in, en het zorgt nog steeds voor een fallus erectus. Het is daarom ook echt heel fijn dat het een van de key-elementen in de game is, er is duidelijk veel werk gestopt in hoe de game moet aanvoelen. Het kan makkelijk opmeten tegen een Burnout, Wipeout of Motorstorm, which is very, very nice.
In Onrush is het de bedoeling dat je boost verdient, wat je doet door tegenstanders aan gort te rijden, grote sprongen te maken, tricks te doen of de zogenaamde ‘fodder’ kapot te rijden. Dit zijn voertuigen die met je meecrossen in de horde, maar die dienen (zoals de naam al deed vermoeden) er alleen voor om boost op te bouwen. Met deze boost kan je een nitro inzetten, waar je weer een ‘ultimate’ abilty mee opbouwt. Deze zijn vooral erg belangrijk ter support van je team; want ja, in Onrush speel je nooit alleen.
Iedereen in game-mootjes hakken
Iedereen moet mijn zijn tijd mee, en zo heeft ook Codemasters het licht gezien. Multiplayer is poppin’, dus ook Onrush draait om het racen in teamverband. Er bestaat dan ook geen enkele gamemode waarin je solo on the road bent, en dat is niet erg want de game blinkt op dit gebied bijzonder uit! Er zijn 8 verschillende classes om uit te kiezen, allemaal met hun eigen manieren waarop ze bijdragen aan het team, manieren om boost te verdienen en eigen ‘ultimate’ abilities. Je kan kiezen uit motoren, buggy’s, rallywagens en offroad trucks. Onder deze vier verschillende voertuigen kan je dan ook nog eens kiezen of je een agressievere class wilt spelen of een support class. Uiteindelijk maakt het geen reet uit welke je van de twee kiest, want aan het eind van de rit is het toch de bedoeling dat je de tegenpartij over het stuur van hun opgevoerde stofzuiger laat snoekduiken. Isjhelemaalmooi.
Er zijn vier verschillende game-modes in Onrush: Overdrive, Countdown, Switch en Lockdown. Overdrive en Countdown zijn de meest rechttoe/rechtaan gamemodes, in Switch en Lockdown komt de volle potentie van Onrush naar voren.
In Overdrive race je verdeeld over een ‘best out of five’ rondes tot een puntencap van 10,000 punten, het eerste team dat drie rondes weet te winnen pakt de winst. Punten verdien je door te boosten, en boosten doe je dus door vijanden uit te schakelen, tricks te pullen, airtime te pakken of fodder uit te schakelen.
In Countdown begint elk team met een x tijd aan seconden. De timer loopt langzaam af, en jij en je teamgenoten moeten door poortjes racen om tijd te voegen aan de klok. Als jouw timer eerder de nul bereikt dan die van je tegenstander ben je simpelweg Team Knuppel. Simpel als dat.
In Switch word het allemaal wat spannender. Iedereen begint met een motor, en werkt eigenlijk als een soort ‘reversed gungame’ als in Call of Duty. Iedereen krijgt 3 ‘switches’, wat betekent dat als iemand je voertuig naar de tyfus weet te helpen dat je switched naar een nieuw voertuig totdat je switches op zijn. Uiteindelijk eindig je dus met het zwaarste voertuig, maar deze voertuigen hun special ability is dus het shielden van andere teamgenoten als ze in de buurt rijden. Zo kan dus bijvoorbeeld de de laatst overgebleven ’switch’ verdedigd worden, waardoor je eerst de biggies moet uitschakelen om deze aan te pakken. Dat vereist teamwerk en coördinatie, en daar straalt Onrush!
Lockdown is een soort van King of the Hill/Control gametype. Hier moet een team proberen met het meeste aantal teamgenoten in een meebewegende cirkel over de track blijven rijden. Lukt dit voor een x tijd, win je dus een ronde. Je begrijpt dat classes hier de grootste rol spelen, waarin je duidelijke afspraken kan maken over wie welke rol vervult. De ene geeft de ander meer boost, de andere weet zekere voertuigen te shielden, een ander drained de boost van de tegenpartij.. Je kan het zo gek niet bedenken of de combinatie is mogelijk.
Hotwheels, Barbies & Kens
Onrush zelf is helaas geen grafisch hoogstandje. Het gaat gelukkig allemaal in lightning speed en er gebeurt zoveel om je heen, dat je er eigenlijk niet zo tijd voor hebt om ervan te walgen. De gameplay laat de doorn in het oog minder prikken, maar het moet zeker aangekaart worden. Ik snap dan ook niet welke droeftoeter binnen Codemasters dan ook besloten heeft om een Photo Mode in de game te gooien, maar ik hang persoonlijk liever nog een gevingerverfd schilderij van mijn ongeboren zoon boven mijn televisie dan dat ik moeite ga doen voor een screenshot.
De charactermodels zijn eveneens inwisselbaar en ogen alsof ze beste vrienden zijn met Barbie en Ken. All plastic. En de voertuigen zijn straight up gedesigned door iemand die nog steeds met Hotwheels auto’s speelt, de meeste zijn log en ongeïnspireerd. Er zit een lootbox systeem in de game, maar ik kan me niet voorstellen dat iemand daar serieus geld aan gaat spenderen. Of je moet echt niet kunnen hangen met je huidige skins, en dat je zo hoopt de minst lelijke eruit te trekken. Dat is natuurlijk ook een manier.
Er zitten in totaal 12 tracks in de game, en ook daar is goed te merken dat niet evenveel aandacht is gespendeerd aan de één als aan de ander. Ze zijn allemaal erg open, dus er is veel ruimte voor chaos, maar soms zijn ze erg vlak. Ik denk dat de track die zich afspeelt bij een grote dam het leukste is, daar scheur je nog via een grote sprong via de wand van de dam naar beneden.
Conclusie
Onrush is meer als een vermakelijke arcade-racer, die het genre an sich zeker weet te veranderen. Zelfs als je normaal gesproken niet van racing-games houd, zou dit misschien wel eens je ding kunnen zijn. De focus ligt metersdik bovenop de rampage tijdens het racen. Ik denk dat de game een goede basis is voor een zeer solide nieuwe racing-serie, maar deze voelt nog net helemaal ‘af’. In een wereld waar het vooral draait om rewards die je krijgt voor het constant terugkomen naar een game, slaat Onrush de plank finaal mis. Daarnaast hebben veel tracks duidelijk minder aandacht gehad dan de ander, gelukkig trekt de actie dat wel recht maar per definitie zou dat natuurlijk niet moeten. Mijn advies? De game is momenteel zijn prijskaartje niet waard, wacht even tottie in de budgetbak (30 ekkies ofzo jewait) beland. Er is veel lol te beleven, en vooral met je maten. Hopelijk gaat Codemasters leren van deeltje 1 en harken ze nog net centjes binnen om er een deel 2 van te maken. Dan verwacht ik zeker een hele solide game die het mogelijk helemaal recht trekt.