Battlefield 1 | REVIEW

Oorlogsvoering is veranderd. Tegenwoordig is een strijd op afstand te besturen. Drone’tje hier, kernraketje daar. Er staan nog wel soldaten tegenover elkaar, bewapend met dikke guns, maar eigenlijk zijn ze overbodig. Er zijn talloze manieren om zonder soldaatjes een oorlog te winnen. Vroeger was dat anders, toen sloegen ze elkaar gewoon de hersens in met een knuppel.

Daar ergens tussenin ligt de Eerste Wereldoorlog, waarin het wapentuig al aardige ontwikkeling had gezien, maar de soldaten niet te beroerd waren elkaar gewoon te lijf te gaan met de good-old bajonet. Daarbij was het de eerste grootschalige oorlog waarbij ‘onsportieve’ tactieken werden toegepast. Mosterdgas en brandbommen bijvoorbeeld. Zomaar twee manieren om zoveel mogelijk onvoorbereide vijanden op zo gruwelijk mogelijke wijze om te brengen.

2

Klaar met die moderne meuk!

Battlefield 4 was zo’n moderne shooter, waar we er de afgelopen jaren zoveel van hebben gehad. Na World at War draaide elke Call of Duty ook om de moderne oorlogsvoering, binnen de Battlefield-reeks is dat nu ook al jaren zo. Eigenlijk komt het shooterfans de neus uit, al die moderne gevechten. Zo kwam de Tweede Wereldoorlog ons ook de neus uit, omdat die voor écht te veel games het thema vormde.

De Eerste Wereldoorlog dan, daar zijn maar weinig (succesvolle) games uit voortgebracht. Logisch ook, want vergeleken met de Tweede Wereldoorlog en elke strijd daarna was WO I zóóó traag. Battlefield 1 (vind je het onlogisch dat 1 na 4 komt? Denk er nog maar even over na) verdraait de geschiedenis daarom een beetje. Soldaten hebben een vrijwel oneindig uithoudingsvermogen als het op sprinten aankomt, de snelheid van tanks is een beetje opgevoerd en eigenlijk is de hele WO I een beetje op Fast Forward gezet.

3

Kwijlen bij de beelden

Daar ga ik zo over verder, want het eerste wat je opvalt als je de game opstart zijn de graphics. Uitzicht zo ver de horizon rijkt, haarscherpe textures, prachtige wapens. Het is allemaal een streling voor het netvlies. Je begint de game met een verplichte singleplayermissie (waar ik van baalde, want ik wilde lekker gelijk gaan multiplayeren met mijn vrienden) waar je een anonieme soldaat in een verwoest en door Duitsers overspoeld dorpje bent. De missie zet gelijk de toon van de game. Je krijgt een wapen in je handen gedrukt, en zoekt het verder maar uit. Als je wat vijanden omlegt voordat ze jou afschieten is het mooi, maar je bent vervangbaar en wordt door weinigen gemist als je wat kogels opvangt.

Met jezelf spelen is ’t toch net niet

De missie kwam ongewenst, maar was wel top gedaan. We gaan niet spoilen, maar de rest van de single player campaign was voornamelijk kort. Er zijn vijf missies, onderverdeeld in hoofdstukken. De missies zijn vrij divers en draaien steeds om een andere manier van oorlogsvoering, bijvoorbeeld met verschillende soorten voertuigen. Karakters worden sterk neergezet, en door de fantastische graphics zie je goed de verschillende emoties van de personages. Wanhoop wanneer je tank ermee ophoudt, euforie als ‘Bessie’ tóch weer doortuft. De campaign is okee, maar terwijl ik computergestuurde vijanden afschoot kreeg ik bij lange na niet de voldoening die ik krijg als ik een vijand afmaak die bestuurt wordt door, pak ‘m beet, een Pools jongetje van acht.

4

Maar met anderen..!

Dan waar deze game echt om draait, de multiplayer! Battlefield is vanaf Battlefield 2 (uitgekomen in 2005) al een topper binnen de online shooters, en gaat dat voorlopig ook nog heel lang blijven. Er zijn vijf modi binnen de game. Conquest is “dé Battlefield-mode”, waarbij je vlaggen moet overnemen en vasthouden en daarvoor alle mogelijke middelen (voertuigen, artillerie, zappelins) inzet. Domination draait ook om de vlaggen, maar kent geen poespas. In deze mode worden simpelweg soldaten op elkaar afgestuurd binnen een vrij klein gebied. Geen tanks en vliegtuigen dus.

Rush is de mode die vooral naam maakte door Battlefield: Bad Company. Er is een verdedigend en aanvallend team, waarbij die laatste steeds twee strategische punten moet laten bombarderen door een voorwerp te bereiken om daar de coördinaten voor de artillerie in te geven. De verdedigers moeten daar een stokje voor steken.

1

Dan is er nog Team Deathmatch, waarbij het team met de meeste kills wint. War Pigeons is de vijfde mode en draait er om postduiven te bemachtigen en op te sturen naar je thuisbasis, waar soldaten braaf bij de artillerie staan te wachten op coördinaten van de vijand om te bombarderen.

Operandus Operations

Een gevarieerd aanbod dus, maar nieuw is de mode Operations waar je als soldaat deel uitmaakt van grootschalige oorlog die gevoerd wordt over meerdere locaties. Hierdoor kan een strijd zomaar een uur duren, en ’t is vooral interessant omdat de omstandigheden constant veranderen. Niet alleen dorpen worden aan flarden geschoten, maar af en toe trekt ineens dichte mist over het landschap, waardoor je vijanden ineens pas ziet als je bijna tegen ze aanloopt. Sluipschutters hebben in die omstandigheden weinig nut meer en moeten wachten (lees, hun class veranderen) tot de mist wegtrekt.

5

Het verliezende team wordt gesteund door de game en krijgt op een bepaald punt (wanneer het écht nog niet te laat is om de kansen te keren) een nietsontziende oorlogsmachine tot hun beschikking. Dit is wisselend een enorme zeppelin, oorlogstrein of een slagschip, allen bewapend met een stuk of tien enorme kanonnen. Leuk: deze voertuigen worden ook gewoon bestuurd door spelers, en het andere team moet stevig samenwerken om de monsters uit te schakelen.

Conquest blijft de brandbom

Overigens zijn de veranderende (weers)omstandigheden en ‘losers perk’ ook van toepassing op de conquestmode, waar een potje ook al gauw een half uur duurt. Conquest is voor mij persoonlijk dé mode waar de hele game om draait. De potjes zijn niet te lang, de actie is erg intens en wat ik vooral heel belangrijk vind, teamspel wordt beloond.

6

Voor een kill krijg je zo’n 100 punten, maar als je helpt een vlag overnemen kan je er al gauw 700 binnenslepen. Dat laatste lukt zelden als je in je eentje een vijandelijk gebied te lijf gaat, het loont echt om gecoördineerd met je squad (bestaande uit max. vijf personen) samen een vlag te gaan veroveren. Omdat het samenspel wordt gestimuleerd, zie je dat er weinig soldaten gaan rushen met als doel om een paar kills te maken voordat ze afgemaakt worden, omdat je na een paar seconden toch weer respawnt, zoals in bepaalde andere games het geval is. De punten die je verdient zijn eigenlijk ervaringspunten, waarmee je in rang stijgt.

Uitstekend onrealistisch

In de vierde alinea had ik het al over het tempo van de game. Multiplayer speelt heerlijk weg omdat er veel vaart in het spel zit. Je kunt als soldaat vrijwel oneindig sprinten, wapens schieten en herladen vrij snel, tanks scheuren over het slagveld. Dit strookt niet helemaal met de geschiedenis, waar tanks links en rechts werden ingehaald door verwarde bejaarden met rollators. En probeer jij maar eens twee minuten onophoudelijk te sprinten met twee wapens, een granaat, een multitool, parachute én complete munitiekist (die elke zoveel seconden opnieuw in je broekzak verschijnt) op je lichaam. Daarnaast is de invloed van de Amerikanen op de oorlog in Battlefield wat groter dan ‘ie tussen 1914-1918 in Europa was, maar als het aan Amerika ligt hebben ze natuurlijk elke oorlog in de wereldgeschiedenis als invloedrijke winnaar beëindigd.

Dat de realiteit wat veranderd is, is helemaal niet erg. Zoals eerder beschreven was de Eerste Wereldoorlog vrij traag, maar de game speelt gewoon fantastisch weg. Er zijn wel wat bugs hier en daar, en ik stoor me eraan dat als ik lekker in een vliegtuig zit een vijand zijn eigen Red Baron lekker in mijn staart parkeert en rustig blijft schieten totdat ik kapot ben, om zelf lekker verder te vliegen. De game is nog niet vlekkeloos, maar heeft in mijn ogen wel de potentie om dicht tegen de perfectie aan te kruipen. Ik ben benieuwd hoe goed de game wel niet is over een patch of twee.

Conclusie

Battlefield 1 is fantastisch. De multiplayer is intens en grootschalig, elke knal of kogel die je in een potje hoort is daadwerkelijk door een andere speler ontstaan. Als de mist over het slagveld trekt, moeten de soldaten zich daar maar aan aanpassen. De singleplayer haalt het niet bij het online gedeelte, maar dat is helemaal niet erg, want daar draait een game als Battlefield ook helemaal niet om. Grafisch is de game van ongekende schoonheid, en als het aan ons ligt is Battlefield 1 de beste online shooter van dit moment!

Battlefield 1 | REVIEW
HOT!
Graphics zijn zóóó sexy!
Gameplay loopt op rolletjes
Beste online shooter ooit
NOT!
Single player is 't net niet
90
SCORE
NL / EN
3
0
Geef je mening over dit onderwerp en laat een reactie achter!x