De Avatar-franchise is een vreemde eend in de bijt, en is een beetje anders op het gebied van entertainment. Ondanks dat de franchise maar twee films kent, voelt het alsof iedereen de sci-fi-serie van James Cameron wel kent. Het kent een herkenbare opzet waar mening mens van kan houden. Daarnaast heeft Avatar ook een bepaald soort verwachtingspatroon, de eerste film is dan ook de derde best scorende film aller tijden. Hierdoor verwacht men ook een bepaald soort grootsheid als ze de naam Avatar horen. Dit geldt dus ook voor de nieuwe game, want met de aankondiging van Frontiers of Pandora, waar Ubisoft en Cameron’s Lightstorm Entertainment samenwerken aan een volledig unieke videogame met een groot budget die zich afspeelt in het Avatar-universum, duurde het niet lang voordat er een hype ontstond. Nu dat de game verkrijgbaar is, is het ook tijd om het spel eens goed onder de loep te nemen!
Ubisoft deed trouwens iets wat weinig andere uitgevers en ontwikkelaars doen, namelijk zo weinig mogelijk informatie geven. Het bedrijf liet de game de afgelopen jaren nauwelijks zien, en eigenlijk het einde van 2023 kregen we dus pas echt meer te zien van Avatar. Wij zelf, en ik vermoed velen met ons, vroegen zich af waarom. Maar toen de eerste gameplay werd getoond en nu dat we zelf aan de slag mochten werd het al snel duidelijk. Avatar: Frontiers of Pandora heeft namelijk heel veel raakvlakken met Far Cry. Hoewel deze gameserie de afgelopen jaren qua gameplay een aardig copy/paste gehalte kende, blijft deze opzet over het algemeen toch leuk. De grote vraag is natuurlijk of de wondere wereld van Pandora genoeg andere dingen doet om de welbekende Far Cry-opzet naar een hoger plan te tillen?
Kleurrijk!
Het is het jaar 2138 en een groep Na’vi-kinderen is gevangengenomen door de gemene menselijke kolonisten van Pandora. Een inleidende scene beschrijft de beledigende en manipulatieve opvoeding van de jongeren voordat de game je de controle geeft over een van hen, net op het moment dat ze op het punt staan om te ontsnappen uit hun gevangenis. De eerste vijftien minuten, die dienen als een tutorial, zijn een desoriënterende werveling van flitsende lichten en claustrofobische metalen gangen, maar als je eenmaal de buitenwereld betreedt, zwelt de orkestrale muziek aan en wordt je beeldscherm gevuld door een prachtige kleurrijke wereld.
Frontiers of Pandora speelt een beetje als een mengeling van Mirror’s Edge en Far Cry, en dit voelt best goed aan. Pandora is een grote spelwereld en kent daarnaast veel verticaliteit, en het klim- en bewegingssysteem is ook ongelooflijk goed ontworpen en voelt een beetje als een grote speeltuin aan. De gevechten daarentegen halen weet Far Cry gevoel naar boven, en naast de traditionele Na’vi-wapens die geweldig zijn voor preciezere en stealth aanvallen, kun je ook menselijke vuurwapens en explosieven gebruiken. Hierdoor voelen de gevechten verrassend diep en uitdagend aan wat dat betreft.
Stealth is the way!
Ondanks dat Frontiers of Pandora er op het eerste oog misschien uitziet als een Far Cry-game, speelt het in de praktijk niet echt zo. Dit is geen titel waarin je als een Rambo door de wereld kunt rennen en schieten en elk probleem wat je tegenkomt kunt opblazen. Als je deze aanpak probeert, betekend het namelijk je dood. Frontiers of Pandora vraagt je juist om gebruik te maken van de skills en capaciteiten van je Na’vi-krijger.
Dit houdt in dat sluipen en geruisloos vijanden uit schakelen veel meer loont. Ook het gebruik van menselijke technologieën om bijvoorbeeld systemen te hacken om bedreigingen te ontmantelen hoort hierbij. Het stealth systeem is tof, maar kent de nodige problemen waar ik het later nog even op terugkom. Met een shitload aan skilltrees welke tjokvol extraatjes zitten die de verschillende elementen van hoe je Na’vi werkt verder verbeteren, kun je echt een speelstijl uitbouwen die perfect past bij de manier waarop je het avontuur wilt beleven.
Welbekende Ubisoft-sausje
De gameplay wordt dus steeds amusanter hoe verder je in de game komt, alleen zorgt het welbekende Ubisoft-sausje voor de nodige frustraties. Wat ik hiermee bedoel is dat er van je wordt verwacht dat je door de grote open wereld reist om menselijke-basissen uit te schakelen (die vaak kopieën van elkaar zijn) en om de interactie aan te gaan met een strontlading aan verzamelobjecten. Sommige van deze objecten zullen je gezondheid opkrikken, terwijl andere deel uitmaken van verzamelmissies, of te maken kunnen hebben met het helpen opruimen van een omgeving, of zelfs om een extra skillpoint te verdienen.
Het punt is dat na een paar uur de wereld afgestruind te hebben, de aantrekkingskracht van de spelwereld afneemt. In plaats daarvan krijg je meer het gevoel dat je aan het werk bent in plaats van dat je een game aan het spelen bent. Uiteraard zijn er diverse zijmissies te vinden, maar ook hier komt de Ubisoft-aanpak om de hoek kijken en verwacht dus niet dat je versteld zult staan van brede en uitgestrekte zijverhalen. De zijmissies ijn meestal vrij eenvoudig en dienen om de duur van het spel te verlengen dan dat het werkelijk wat toevoegt aan het verhaal.
Alarm!
Toch zijn er meer goede dan slechte dingen te vinden in Frontiers of Pandora. Zo voelt het vliegen op een Ikran indrukwekkend aan, en ontwikkelaar Massive Entertainment heeft goed geprobeerd om de game een authentiek Avatar-feel te geven. Dit is in grote lijnen goed geslaagd, want het verhaal is best tof en dit wordt versterkt door de prachtige visuals van de game. Toch zijn er ook andere onderdelen in de game, naast het quest-ontwerp en de welbekende Ubi-activiteiten, in de open wereld die niet echt in de beleving passen. Zo vraag ik mijzelf af waarom deze game een loot-systeem nodig heeft en waarom je gear, items en andere middelen een zeldzaamheidsfactor moeten hebben.
De game dwingt je om op zoek te gaan naar de perfecte versie van bijvoorbeeld een dierenhuid die je nodig hebt om een indrukwekkende versie van die ene armor te maken waar je naar op zoek was. Daarnaast leunt de game meer naar stealth, maar ook dit gaat niet altijd even vlekkenloos, zo zal een pijl van 100 meter afstand op de een of andere manier gelijk alle vijanden alarmeren. Ook zijn er hier en daar wat prestatieproblemen tevinden, welke grotendeels draaien om texturen en objecten die ineens uit het niets opduiken en personagemodellen die zomaar ineens verdwijnen. Uiteindelijk zijn dit welbekende glitches waar elke Ubisoft-game wel last van heeft, en de verwachting is dat dit ook netjes gepatched wordt. Al met al zorgen deze kleine missers er niet voor dat de speelplezier wordt bederft.
Conclusie
Avatar: Frontiers of Pandora is een degelijke game, met de nodige Ubisoft-probleempjes. Het heeft veel te bieden, waaronder een prachtige grote spelwereld en een fatsoenlijk verhaal. De game heeft een beetje een gebrek aan originaliteit als het gaat om gameplay, maar de basis is zeer solide en zorgt voor genoeg vermaak om je tientallen uren bezig te houden. Zeker een aanrader als je fan bent van zowel FarCry- als de Avatar-franchise!