Man man man, wat zou ik nu graag een Animus in huis hebben. Afreizen naar een tijd vol herinneringen zonder constant rekening te hoeven houden of je wel een mondkapje op zak hebt. Helaas hebben we de afgelopen tijd meer in isolatie gezeten dan ooit, maar dat gaf Roy (a.k.a. Nightcraft) wel de kans om eens flink aan de slag te gaan met Assassin’s Creed Valhalla, het nieuwste deel in de sluipmoordenaar-RPG reeks van Ubisoft.
Terug in de tijd.
Het is het jaar 873. Het tijdperk waarin Vikingen de dienst uit maken en met veel geweld en herrie steden en dorpen plunderen. Onderverdeeld in verschillende clans die elkaar het leven zuur proberen te maken of samen een alliantie starten om machtiger te worden. In Valhalla speel je als Eivor de (zoon/dochter) van een Viking krijger van de Ravenclan. Na een korte introductie kun je kiezen of je als man of vrouw wilt spelen. Dit heeft weinig invloed op het verhaal en je kunt op elk moment van de game kiezen met welk personage je wilt spelen. Je kunt ook voor de optie gaan dat je de game laat kiezen welk personage je bent. Hier switch je naar het personage waarvan de herinnering in de Animus op dat moment het sterkst is. Ik ben voor de mannelijke Eivor gegaan, puur omdat ik vind dat een Viking een lange ruige baard moet hebben (die mijn character dan ook heeft)
No(r)way!
Na een prologue in het doorgewinterde Noorwegen besluit een deel van de Ravenclan zeil te zetten naar nieuwe werelden, in dit geval Engeland. Ik was stiekem ook wel bang dat de game te veel in de sneeuw zou afspelen en je een te eentonig landschap zou krijgen, dus dat we richting een nieuw gebied vertrokken klonk wel als een verademing. Eenmaal aangekomen in Engeland wordt je begroet door al het groene en ongerepte landschap wat het te bieden heeft. En Vikingen zouden Vikingen niet zijn als er niet meteen een potje geknokt zou worden.
Weinig sluip, veel moord.
Wat me direct opvalt aan Valhalla, is dat het vele malen gewelddadiger is dan zijn voorgangers wat betreft de combat. Ledematen vliegen in het rond en de Vikingen zijn er dan ook niet vies van om hun vijanden bij het leven te onthoofden. Vikingen zijn een trots volk en laten dat ook op gruwelijke wijze zien. Bij elke confrontatie met een vijandig kamp wordt er luidkeels op een hoorn geblazen om te laten weten dat er geplunderd gaat worden. Je kunt er voor kiezen om in je eentje sneaky een kamp te overvallen, maar je merkt goed dat Valhalla je een soort van aanspoort dit met je hele crew te doen. Naar mijn mening is dit een hele frisse draai aan de franchise wat het ook gelijk een stuk epischer doet aanvoelen. Je voelt je meteen onoverwinnelijk als je samen met je crew een zandbank op stormt om een dorp te plunderen en alles wat los en vast zit aan gort te slaan.
Plunderdome
De grootste reden dat je met je crew naar Engeland bent gekomen is om een settlement op te zetten en een ‘vredig’ bestaan te leiden. Deze settlement kun je zelf uitbreiden door voorraden te vinden of ze te stelen van andere settlements, maar dit kan ook door abdijen (monastry’s) te plunderen. Deze laatste zal je moeten plunderen om raw materials te verzamelen. Deze heb je nodig om gebouwen in je settlement te kunnen upgraden. Naarmate je vordert in de game zal je ook zien dat je settlement steeds groter wordt en meer dorpelingen aantrekt, welke elk ook weer hun eigen verhaal en uitdagingen voor je hebben klaar staan. Upgrade je bijvoorbeeld je barakken dan merk je al snel dat er meer krijgers naar je dorp komen, die je willen helpen bij je plundertochten. Daarnaast kun je ook je ‘right-hand-viking’ aanwijzen, die weer kan worden ingehuurd door andere Assassin’s Creed spelers. Hoe groter je settlement, hoe meer gevaren er op de loer liggen natuurlijk. Daarom is het belangrijk om allianties te smeden met nabijgelegen settlements en hun leiders. Dit alles komt vanzelf aanbod tijdens het spelen van de main story.
Divers
Ik moet stiekem toegeven dat ik bang was dat Valhalla me snel ging vervelen, dit is namelijk vaak het geval met grote open wereld RPG’s waar er ontzettend veel te doen is. Je wordt al snel overrompelt door alle icoontjes op de map en weet van wanhoop niet waar je aan moet beginnen. Op de een of andere manier had ik daar bij Valhalla veel minder last van. De wereld voelt ontzettend groots, maar tegelijkertijd ook heel compact en divers aan. Elk gebied is compleet anders dan de ander en het voelt elke keer weer verfrissend aan als je aan het reizen bent in de spelwereld. Dat reizen doe je overigens ter land of ter zee (rivier), door middel van je paard of je Longship-boot. Je longship gebruik je ook weer voor je plundertochten. Ook de personages die je tegenkomt in de verschillende gebieden zijn divers en maken daarmee de quests ook een stuk interessanter dan voorgaande games in de serie.
Ik heb de game mogen spelen op de Xbox One, en ik moet zeggen dat het oude beestje wel wat moeite heeft om de game op het scherm te toveren. De game ziet er zeker niet lelijk uit, maar toch is het ook niet de mooiste game allertijden. Daarnaast heb ik de game ook mogen ervaren op de Xbox One X en een PlayStation 4 Pro, en je ziet dan ook gelijk het verschil in graphics. De game oogt gelijk veel strakker en sfeervoller en kent daarnaast veel meer detail. Ik ben dan ook erg benieuwd wat de PlayStation 5 en Xbox Series X op grafisch vlak weet te brengen met deze game. Op StarGamers komen we er hier natuurlijk binnenkort op terug, als wij de nieuwe consoles onder handen hebben mogen nemen. De plaatjes van Valhalla op de next-gen consoles stellen in ieder geval niet teleur en de kans is groot dat deze ervoor zorgen dat Valhalla een heel andere ervaring gaat worden.
Rode draad
Hoewel je natuurlijk naar Engeland bent gekomen om je clan uit te breiden, zou Assassin’s Creed Assassins Creed niet zijn als er geen secret order ergens op de loer lag om iedereen het leven zuur te maken. Ook in Valhalla zijn ze weer aanwezig in de vorm van leiders die je moet omleggen om zo bij de hoogste in de rang te komen. De transitie in het verhaal van allianties winnen naar het uitmoorden van leiders van een ‘secret order’ is ontzettend smooth gedaan en voelt ook niet aan als een verplichting, iets waar ik dat bij vorige delen wel had. Ik wil vanwege spoilers niet te diep op het verhaal ingaan, maar het weet me tot nu toe nog geboeid te houden.
Daarnaast kent Valhalla de nodige variatie in de dingen die je kunt doen en kent het de nodige minigames die alles best fris en leuk houden. Zo is het zuipen een mini-game op zich en zal je ook een soort Yu-Gi-Oh achtige mini-game kunnen doen welke speelt als een soort dobbelspel, genaamd Orlog. Al met al heeft Ubisoft ongelooflijk veel detail in de game gestopt, en dat merk je aan alle kanten in de uitvoering van de game.
Skillzzzz
Bij een RPG hoort natuurlijk een skilltree vol vaardigheden. Deze is, net als bij Oddysey, hier ook weer aanwezig en kent ook de nodige aanpassingen. Zo krijg je bij elk level die je haalt twee skillpoints die je kunt gebruiken om je vaardigheden te upgraden. Speel je liever met pijl en boog? Dan bouw je die skilltree uit. Speel je juist liever sneaky? Dan gooi je wat punten in die tree. Of ben je meer van de heads-on combat? Dan bouw je die tree uit. Naarmate je verder in elke tree komt kun je met deze skillpoints ook abilities unlocken en nieuwe aanvallen, maar ook extra levensbalken en adrenaline slots (waarover later meer). Door het verschillende arsenaal aan wapens heb je ook de mogelijkheid skillpoints te besteden aan de “Mastery” van bepaalde wapenclasses, waardoor je weer meer schade kan doen met dat soort wapen.
Abilities unlock je door bepaalde plekken te vinden in de game of bepaalde quests te halen. Deze abilities zijn speciale aanvallen die adrenaline gebruiken. Je hebt er bijvoorbeeld een waarbij je een harpoen in iemand kunt gooien om hem vervolgens weg te slingeren om schade aan te richten.
Combat
Eivor heeft een groot wapenarsenaal tot zijn beschikking. Zo kun je zwaarden, bijlen, hamers, messen, speren, knuppels, bogen en meer gebruiken om je vijanden om te leggen. Je hebt twee weapon slots ter beschikking in het inventory scherm, wat betekend dat je twee wapens tegelijk kunt gebruiken. Je kunt er ook voor kiezen om bijvoorbeeld in je ene hand een schild vast te houden en in je andere een bijl. Maar fuck that: “The best defence is offence!”. Dus ik was vooral fan van het dual-wielden van bijlen. Wat mij opviel is dat je veel minder vaak equipment vind als in voorgaande delen. Stiekem vind ik dit wel prettig, aangezien je dan niet constant van gear aan het wisselen bent. Wel is er weer de mogelijkheid je wapens te upgraden. Dit kun je doen door middel van het gebruiken van ores of runes, waarbij je bij de laatste extra abilities op je wapen krijgt.
Het combat-systeem zelf voelt erg prettig aan. Met de rechter triggers kun je lichte of zware melee attacks doen, waarbij je met de linkse triggers je ranged weapons kunt pakken. Ook kun je locken op je tegenstander door je rechter pookje in te drukken, waardoor je je tegenstander niet uit het oog verliest in een groot gevecht. Ook voelt het allemaal lekker snel en vlot aan en zijn de executie animaties bij dit deel ook erg tof en bruut gedaan. Een leuke toevoeging voor het combat-systeem is trouwens de ‘Feast Buff’ dit is een buff die je krijgt als je een ‘feast’ houdt. Dit is een groot vreet en zuipfestijn wat georganiseerd wordt in de Longhouse van je settlement. Hoe groter je settlement, hoe groter de buff die kan krijgen, wat op zijn beurt weer erg goed helpt tijdens je plundertochten door Engeland.
Conclusie
Assassin’s Creed Valhalla is voor mij een zeer geslaagde game geworden. Hoewel het dezelfde truukjes gebruikt als voorgaande delen, voelt het op de een of andere manier verfrissend genoeg aan om boeiend te blijven. De setting, de wereld en de characters zitten gewoon allemaal erg goed in elkaar. Ik moet wel toegeven dat het hele ‘sluipmoordenaar’ gevoel verdwenen is in deze game, maar ik denk dat de Assassin’s Creed franchise een hele nieuwe garde aan fans gaat krijgen vanwege de gameplay en de setting. Ik duik de aankomende tijd in ieder geval nog even terug de Animus in, voor wat vette plundertochten!